Welke 3 energiesystemen zijn er in het lichaam?

Het anaeroob alactisch energiesysteem staat ook wel bekend als het fosfatensysteem. Het anaeroob lactisch energiesysteem staat ook wel bekend als het melkzuursysteem. Het aerobe energiesysteem levert energie door de zuurstof die je inademt te gebruiken om energie te leveren.

Er zijn grofweg drie manieren voor het lichaam om ATP te produceren: Het eerste systeem is een snel proces waar geen zuurstof voor nodig is. De tweede manier is de verbranding van koolhydraten zonder dat daar zuurstof voor nodig is: De derde manier om ATP te produceren is aerobe verbranding. Het anaerobe systeem en het ATP-CP-systeem kunnen je spieren ongeveer 2 minuten van energie voorzien. Zowel vetten als koolhydraten kunnen aeroob verbrand worden. De drie energiesystemen werken niet onafhankelijk van elkaar.

Er zijn 3 energiesystemen die in ons lichaam energie leveren. Deze zijn anaeroob alactisch, anaeroob lactisch en aeroob. Het anaeroob alactisch systeem levert energie zonder zuurstof en zonder lactaatvorming, voornamelijk voor zeer korte en intense inspanningen. Het anaeroob lactisch systeem levert energie eveneens zonder zuurstof, maar met lactaatvorming, voor inspanningen met een iets langere duur. Het aeroob systeem levert energie met tussenkomst van zuurstof, voor langere en minder intense inspanningen. Het anaeroob alactisch systeem is het systeem dat gebruikt wordt voor korte krachtexplosies die maximaal 3 à 6 seconden duren. Het anaeroob lactisch systeem wordt gebruikt voor maximale inspanningen tot ongeveer één minuut. Het aeroob systeem wordt gebruikt voor inspanningen die langer dan 1 minuut duren, waarbij de intensiteit daalt en de energielevering meer en meer met tussenkomst van zuurstof gebeurt. De combinatie van energiesystemen die wordt gebruikt, hangt af van de duur en de intensiteit van de inspanning. Zo worden bijvoorbeeld alle drie de energiesystemen gebruikt bij een Coopertest van 12 minuten, maar blijft het aeroob systeem het belangrijkste bij rustige duurlopen vanwege de lagere energiebehoefte. Het trainen van de verschillende energiesystemen is essentieel voor competitiesporters.