Coos van der Lem - Wichelroedeloper
Hier is de bewerkte tekst in HTML-formaat:
Vilsbiburg onderzoek
Hoe gezond is het stadje Vilsbiburg? Het is al ruim veertig jaar geleden dat een zekere Gustav baron von Pohl bij de uitgeverij Jos. C. Huber te Diessen aan de Ammersee een smal bandje het licht deed zien: 'aardstralen als ziekteverwekkers.' Als geopathogene zones in het geding zijn en er van de het eerst door wichelroedelopers geconstateerde 'kankerstroken', 'kankerpunten' en 'kankerbedden' sprake is, dan kunnen wij dit opmerkelijke boekje uit 1932 niet over het hoofd zien.
Het is geen werkje zonder feilen of zwakke plekken. Pohl heeft het over aardstralen'. Een ongelukkig gekozen begrip, dat onder fysici alleen hoofdschudden of spot opriep. Toch beschrijft Pohl, en wel voor het eerst in de literatuur, een aantal serieuze experimenten die het bestaan van kankeroproepende prikkelstroken en -kruisingen aantonen. De prikkelstroken die daarvoor slechts in de vermoedens, onderstellingen en gevoelsuitlatingen van sommige wichelroedelopers bestonden. Opzet en uitvoering van Pohls experimenten waren zo ongewoon, dat het de moeite waard is, ze in herinnering te roepen en er nog wat nader op in te gaan. Dit te meer omdat heronderzoek met een moderne methode vrij recent bevestiging van het toen ontdekte heeft geleverd.
Volgens Pohl ontstaat kanker alleen op grond van inwerking van een straling die op zijn scala boven de sterkte 9 ligt. Vijfentwintig jaar lang had de auteur met behulp van een wichelroede een groot aantal 'kankerbedden' onderzocht, en daarbij vastgesteld dat de bedden van kankerpatienten zonder uitzondering boven zodanige zones stonden waar hij intensieve stralingen had geconstateerd.
Deze onderzoeksresultaten werden in 1930 in het vaktijdschrift voor kankeronderzoek gepubliceerd. Dr. Hager, voorzitter van de wetenschappelijke vereniging van artsen in de stad Stettin, was hier zo van onder de indruk dat hij een plaatselijk controleonderzoek liet verrichten. Het bureau voor de statistiek stelde een lijst op van de sinds 1910 in Stettin aan kanker overleden mensen. Daarbij bleek dat 'kankerhuizen' inderdaad bestaan.
In verband met deze al historische onderzoeken moet ook een studie van Jakob W. F. Stängle worden aangehaald. Deze heeft, om de gunstigste plekken voor boringen ter ontsluiting van waterbronnen te ontdekken, een scintillatieteller ontwikkelt. Meting van de afwijkingen van de norm van de uit de bodem tredende straling staat betrouwbare conclusies inzake ligging, diepte en productiviteit van de ondergrondse waterstromen toe. Met dit toestel ging Stängle vrij recent (1972) de door baron von Pohl in 1929 geconstateerde en bepaalde prikkelzones in Vilsbiburg na.
Stängle: 'uit mijn onderzoek is derhalve gebleken dat inderdaad precies boven de destijds gepeilde prikkelzones een energierijke straling van grote doordringende kracht en met meer dan tweemaal zo grote intensiteit uit de grond treedt als boven de omringende, normale grond. Daarmee kon het vermoeden van von Pohl over de oorzaak van de ziekteverwekkende invloed van dergelijke prikkelzones worden ondersteund.